Bejegening van risicojeugd binnen integrale aanpak

Een veelvoorkomend kenmerk van risicojeugd is het hebben van weinig vertrouwen in de sociale omgeving – dit maakt veel van dit soort jongeren ‘hard to reach’ waardoor preventie van crimineel gedrag en het verminderen van recidive bemoeilijkt worden. Het doel van dit onderzoek is om te komen tot een holistisch beeld van waarom bepaalde professionals wél met succes een duurzame werkalliantie weten te vormen met risicojongeren, en te achterhalen welke externe factoren (aanwezig in de leefwereld of binnen/tussen professionele organisaties) van belang zijn in het interpersoonlijk contact tussen professional en jongere.

Het project

Voor risicojeugd is het hebben van weinig vertrouwen in de sociale omgeving deels een overlevingsstrategie en in sommige gevallen het gevolg van een onveilige of verstoorde hechting. Bij professionals die alsnog een (vertrouwens)band weten op te bouwen, wordt door jongeren de bejegening geïdentificeerd als belangrijkste onderdeel. Uit van de AWRJ naar de werkzame elementen in de bejegening van risicojongeren kwam het belang van ‘professionele eigenheid’ naar voren. Het combineren van ‘echt’ zijn in het contact en handelen vanuit praktijkkennis bleek doorslaggevend in het vinden van passende bejegening voor deze jongeren. De resultaten van dit onderzoek staan in het boek ‘Gewoon Normaal’. Het huidige onderzoek beoogt met die kennis de verdieping te zoeken binnen de context van integraal werken, een samenwerkingsvorm waarbij bijvoorbeeld partijen als forensische hulpverleners, ouder- en kindteams en jongerenwerkers met elkaar afstemmen om samenhang te vinden in de aanpak (of preventie) van de problematiek. Binnen zo’n aanpak dienen jongeren en professionals zich niet alleen tot elkaar te verhouden maar zijn de onderlinge relaties tussen professionals ook van invloed op de kwaliteit van de geboden zorg.

Bovenstaande onderzoeken wij door middel van etnografisch veldwerk bij twee organisaties in Amsterdam: een welzijnsorganisatie in Osdorp, en een project van Levvel in Slotermeer gericht op het resocialiseren en begeleiden van forensische jongeren door ambulante hulpverleners. Waar de één een vrijwillig karakter heeft en de jongeren vanuit eigen overweging of aangemoedigd door hun ouders aanwezig zijn (Osdorp), heeft de ander een gedwongen karakter waarbij de jongeren vanuit verschillende routes zijn aangemeld (Levvel in Slotermeer). Hier is voor gekozen om de overeenkomsten dan wel verschillen in de bejegening te observeren wanneer de context van de ontmoeting van elkaar verschilt. Gedurende 12 maanden veldwerk zal de onderzoeker zich begeven op de locaties, en data verzamelen middels participerende observatie en het afnemen van interviews met jongeren en professionals.

Resultaten

De studie is een kwalitatief onderzoek en zal qua methode een mix zijn van ‘grounded theory’ en actieonderzoek. Hierbij richten we ons op het verkennen van de ongeschreven regels in de bejegening van met risicojongeren, het conceptualiseren van de relatie risicojeugd-professional vanuit de leefwereld van de jongeren, en het geven van handvaten aan professionals waarmee zij onderling en met de jongeren effectiever te werk kunnen gaan.

Gerelateerde projecten